Arjana gaat dagelijks naar haar oude school in Kampen en zit nu in de derde klas van de Mavo TL. Lotte, trots: “Ze sprak na een half jaar zo goed Nederlands dat ze naar het reguliere onderwijs kon. Haar vriendinnen zijn allemaal Nederlands, zitten bij haar op school. Verder besteedt ze haar tijd aan voetballen, tekenen en shoppen met vriendinnen.” Arjana houdt van Nederland: “Je bent vrij om zelf keuzes te maken en het is hier veilig.” Ze kent Nederland dankzij een interview met een bekende politicus die hier heeft gestudeerd. “Ik las zijn verhaal en toen wist ik dat ik hier wilde zijn.”
“En nu moet ik terug. Dat wist ik al na drie dagen in Ter Apel, maar ik ben in beroep gegaan en heb zelfs een klacht ingediend bij het Europese Hof. De Nederlandse overheid denkt dat ze mij in Albanië veilig kunnen opvangen. Ik denk van niet. Ik heb er gewoond, ben er opgegroeid. Weet hoe het is. Er is veel corruptie. Mijn vader kan alles oplossen met geld, hij kent veel mensen. Iedereen is bang voor hem.” Lotte: “DT&V zegt dat er in Albanië adequate opvang is. Wij willen graag in contact komen met de mensen die daar voor Arjana gaan zorgen. Op die manier kunnen we haar angsten en zorgen goed overbrengen en vragen of hier rekening mee kan worden gehouden. Ook vinden wij het belangrijk om deze hulpverleners in Albanië informatie te geven over de tijd die Arjana hier in Nederland heeft door gebracht. We hebben nu voorzichtig contact, maar dit verloopt best moeizaam.” Ondertussen gaat het leven van Arjana verder en zoekt ze veel afleiding. Ze weet dat ze in Albanië haar school niet kan afmaken, hier wel.
Maar ze heeft geen spijt dat ze hier is gekomen. “Nederland heeft alles wat een mens zou willen: vrijheid, mooie studiemogelijkheden. Ik pak ook veel aan. Ik heb vrijwilligerswerk gedaan in een bejaardenhuis. In de zomer vier weken stagegelopen bij een vakantiekamp en activiteiten met kinderen gedaan. Ik heb de vrijheid kansen te pakken en dat doe ik ook. Mijn droom? School afmaken, architectuur studeren en een normaal, veilig leven leiden in Nederland.”