‘Wat vind jij ervan?’
In de begeleiding en opvang staat de inbreng van jongeren centraal. Die is voor ons een graadmeter voor hoe we het doen en of we iets moeten verbeteren. De inbreng is ook bedoeld om jongeren veerkrachtig en zelfbewust te maken. We stimuleren ze dan ook hun mening te geven over alles wat ze belangrijk vinden. Dat doen we tijdens de begeleiding maar ook daarna, als de voogdij eindigt.
Jouw mening telt, tijdens én na de begeleiding
Jongeren hebben het recht om gehoord te worden. Ze hebben ook recht op privacy én op vrije meningsuiting. Dat betekent bij Nidos dat ze mogen meepraten – en soms meebeslissen – over zaken die hen aangaan. Hiermee groeit hun autonomie, veerkracht en zelfbewustzijn. Want nadenken over wat je van iets vindt en dat durven uitspreken, zorgt ervoor dat je steeds steviger in je schoenen staat. Zo ervaren ze al tijdens de begeleiding hoe ze invloed kunnen uitoefenen op hun eigen leven.
Begeleidingsplannen
De mening van de jongeren helpt Nidos ook om de begeleiding te verbeteren. Daarom nodigen we ze proactief uit hun mening te ventileren. Onze begeleidingsplannen helpen daarbij. Daarin vragen we ze bijvoorbeeld wat ze van het contact met de jeugdbeschermer vinden. En hoe veilig ze zich voelen. Ook het formuleren van eigen doelen hoort erbij. Allemaal om de begeleiding effectiever te maken en de zelfstandigheid van de jongeren te bevorderen.
Einde voogdij
Ook aan het einde van de voogdij vragen we jongeren om hun mening. Hoe tevreden ben je over je voogd? Heb je je doelen behaald? Hiervoor gebruiken we een speciaal ‘einde voogdij’-formulier. Daarin komen ook zaken aan bod over wonen, netwerk, onderwijs, vrije tijd en toekomst.