Voogdij
Minderjarigen tot 18 jaar in Nederland hebben een volwassene nodig die beslissingen met en voor ze kan nemen. Dat noemen we gezag. Alle minderjarigen in Nederland moeten onder gezag staan. Meestal hebben ouders het gezag over kinderen. Voor kinderen die zonder ouder(s) in Nederland asiel aanvragen, voorziet Nidos middels (tijdelijke) voogdij in het gezag.
Ouders verkeren in onmogelijkheid om het gezag uit te oefenen. (Tijdelijke) Voogdij kan ook aangevraagd worden als ouders zijn overleden of als het bestaan van één of beide ouders onbekend is. Daarnaast kan de Minister van Veiligheid en Justitie andere categorieën minderjarigen aanwijzen die onder voogdij van Nidos kunnen komen. Hieronder wordt bijvoorbeeld verstaan: de minderjarige van wie de moeder onder voogdij staat van Nidos en voor of door wie een aanvraag om een (reguliere) verblijfsvergunning onder de beperking ‘verblijf bij moeder’ is ingediend en de minderjarige waarvoor een verblijfsvergunning wordt ingediend inzake ‘slachtoffer-aangever van mensenhandel’.
Nidos wordt door de rechter benoemd tot (tijdelijk) voogd
Uitoefening van de voogdij door Nidos betekent dat de voogd, bij afwezigheid van de ouder, de taak van de ouder vervult. De voogd zorgt ervoor dat de jongere goede zorg geboden krijgt. De voogd grijpt in als deze zorg niet toereikend is. De voogd geeft aanwijzingen voor verbetering. Als deze verbeteringen niet voldoende worden aangebracht of geen oplossing bieden, kan de voogd beslissen tot aanvullende of andere zorg, bijvoorbeeld door de jongere over te plaatsen naar een andere opvangvorm.
Gezinsvoogdij/Ondertoezichtstelling (OTS)
Wanneer het in een gezin niet goed gaat met de opvoeding van een kind kan dit aanleiding zijn voor een ondertoezichtstelling (OTS). Het doel van de ondertoezichtstelling is om het kind te beschermen en de opvoedingsrelatie tussen het kind en de ouders te verbeteren. Voorafgaand aan een ondertoezichtstelling doet de Raad voor de Kinderbescherming in veel gevallen onderzoek. De Raad onderzoekt of er gronden zijn voor een OTS. Het Burgerlijk Wetboek (artikel 1:255) zegt dat een kinderrechter een minderjarige onder toezicht kan stellen als er sprake is van een ernstige bedreiging in de ontwikkeling van het kind en wanneer ouders de zorg die nodig is om deze bedreiging weg te nemen niet of onvoldoende accepteren.
Er kunnen meerdere redenen zijn voor een OTS bij vluchtelingengezinnen. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van opvoedingsproblemen door een verschillend tempo van integratie van ouders en kinderen wat kan leiden tot problemen in de gezagsrelatie tussen ouders en kinderen. De spanningen van het vluchtelingschap, de asielprocedure en het langdurig verblijf in asielzoekerscentra kunnen de opvoedingsrelatie zo belasten dat een OTS als middel wordt ingezet om de situatie te helpen verbeteren. Daarnaast kunnen er problemen ontstaan doordat ouders in het land van herkomst gewend waren hun kinderen in familieverband op te voeden, terwijl zij dit in Nederland zonder die familiesteun moeten doen.
De Raad voor de Kinderbescherming verzoekt de kinderrechter om een ondertoezichtstelling en de kinderrechter spreekt deze uit. Een medewerker van Nidos die een ondertoezichtstelling uitvoert heet een gezinsvoogd.
Bij een OTS houden ouders het gezag over hun kind. Wel zijn ze verplicht om mee te werken met de adviezen en aanwijzingen van de jeugdbeschermer. De OTS is gericht op het verbeteren van de opvoedsituatie tussen ouders en kinderen.
De gezinsvoogd organiseert de hulp die nodig is. Als het niet lukt om de opvoedsituatie thuis te veranderen, dan kan er als laatste redmiddel een uithuisplaatsing gevraagd worden. Deze vraag wordt voorgelegd aan de kinderrechter.
De OTS is bedoeld om ouders te begeleiden en te ondersteunen zodat zij na verloop van tijd weer zelf de verantwoordelijkheid voor de minderjarige op zich kunnen nemen. Uiteindelijk is ook dat waar de gezinsvoogd en ouders samen aan zullen werken: dat de maatregel overbodig wordt. En de ouders weer op een voor het kind goede en veilige manier de opvoedingsrelatie zelfstandig vorm en invulling kunnen geven.